. . .

NEDERO


columnist / schrijft en leest / soms grappig, vaak niet / soms lief, vaak niet / dertiger en happy single, soms niet

Joie de vivre

Jaren geleden had ik je uitgelachen als je mij had verteld dat ik ooit zou gaan kamperen. Kamperen is voor burgers, voor gezinnen en andere saaie soorten mens. Maar nu, jaren later, sta ik dan toch op een camping, met een caravan die zo klein is dat hij twee keer in mijn badkamer past. En ik geniet, met volle teugen. Vanochtend werd ik al vroeg wakker van de felle zon en de warmte in de kleine caravan. De vogeltjes zongen het hoogste lied. Al snel rolde ik mijn bed uit om koffie te zetten voor mij en mijn zus. Ik gooide de caravandeur open en ben op de stoel onder de luifel gaan zitten, en daar zit ik nu al de hele dag.

Het veldje waar wij op staan, staat vol met gezinnen, precies zoals je dat op iedere camping ziet. Papa, mama en 1,8 kinderen. Maar toch, nu ik die gezinnen de hele dag al aan het observeren ben, is er ook duidelijk verschil. Naast onze plek, is een lege plek, maar daarnaast staat een gezin met grote sleurhut, voortent en luifel. Vader ziet er uit als een rechtgeaarde grefo en moeder heeft de ietwat zelfde preutse look. De kinderen bestaan uit een jongen en een meisje. De jongen is stillig, maar het meisje maakt wat meer geluid. Overigens luistert het meisje barslecht als ze een opdracht krijgt van haar ouders. Ze treuzelt en is constant afgeleid. Moeder leest veel voor uit een boek, eerst dacht ik nog uit de Bijbel, maar nadat ik mijn oren iets beter had afgestemd, werd het me duidelijk dat het gaat om een kinderboek met een stom verhaal. De kinderen denken daar blijkbaar anders over, want die hoor je regelmatig lachen. Heel irritante lachjes, maar dat terzijde.

Naast dit gezin staat een ander gezin. Zij hebben geen grote caravan, maar een heel grote tent. Het is een soort koepeltent, zonder binnentent. Volgens mijn zus is het een hele goedkope Bristol-tent. Ik zou het niet weten, ik ben niet zo thuis in de wereld van tenten, caravans en kamperen. Maar als ik naar het gezin kijk, het heeft nogal een hoog Tokkie-gehalte, lijkt het mij goed mogelijk dat de tent goedkoop is. Vader en moeder spreken amper met elkaar; moeder heeft wel een harde en storende stem, waarmee ze voornamelijk commandeert. Persoonlijk krijg ik bij haar de behoefte haar stembanden eruit te rukken, maar dat laat ik maar. Irriteren kost minder moeite dan daadwerkelijk van mijn stoel opstaan en haar uitelkaar trekken. Het gezin heeft twee zoons. De een is lang, de ander klein, ze zitten allebei in de puberleeftijd met bijpassend gedrag. De kleinste, waarvan ik verwacht dat hij ook de jongste is, loopt in de ochtend al met een fles bier aan zijn mond. Als het mijn kind was geweest, had hij een slag om zijn oren gehad en had ik hem het flesje leeg laten gooien. Alcohol stopt de ontwikkeling van je hersenen, begrijp je? Al maakt het misschien bij deze jongen niet uit, wat er niet in zit, kan ook niet ontwikkelen.

Van de Tokkies gaan we over naar een ander gezin. Dit gezin is aan einde van de ochtend aangekomen. Ze zitten in het hoekje. Terwijl ik over hun wil vertellen, gaan twee van de kinderen van dit gezin voor mijn luifel spelen. De oudste van de twee is ongeveer zes jaar oud, het andere kindje zal een jaar of drie zijn. De oudste is een meisje, het andere wezentje een jongetje. De grote zus probeert uit te leggen hoe je jeu de boules behoort te spelen. Het kleine mannetje vindt dat de grote zus het stom uitlegt en de regels bevallen hem ook niet. Hij gooit de ballen tegelijk op de grond en laat zijn hoofdje zakken. De grote zus probeert nu al schreeuwend aan hem uit te leggen hoe het moet, maar hij lijkt weinig zin te hebben om nog verder te luisteren. Hij pakt de ballen van de grond en kijkt om zich heen. Hij ziet een vlinder en rent er als een malle achteraan terwijl hij keihard roept: “Een vlindertje, een vlindertje, kijk dan een vlindertje!” Zijn grote zus laat zich ook afleiden en rent achter haar broertje aan. De rust lijkt weer wedergekeerd.

Na het hoekje heb je nog een plek, schuin tegenover ons, daar kampeert een gezin met caravan, voortent en luifel. Het is oude meuk, het materiaal bedoel ik dan. Dat zie ik aan de gordijntjes die achter de raampjes van de voortent hangen. Het heeft de kleuren en motief van de jaren zeventig. Het gezin heeft drie kinderen. Heel irritante vervelende, zeuren en zeikende kinderen. Ze irriteren niet alleen mij, maar ook elkaar. Vader en moeder lijken weinig overhand te hebben, want ze krijgen ze niet stil en luisteren doen die mini-terroristen ook niet. Van mij hadden ze pak slaag gehad, maar ja, tegenwoordig is een tik op de billen ook al kindermishandeling.

Tegenover ons staat een stelletje, een man en vrouw van rond de zestig jaar oud. Zij kamperen met alleen een tent. Heel primitief. Gisteravond vertelde de man, dat hij voor het eerst in zijn leven in Nederland kampeerde en dat hij het maar een rare bedoening vindt. Alles past precies in hokjes. De velden zijn strak aangelegd en ieder kampeerplekje heeft een eigen nummer. Je moet precies voor dat nummertje staan en de opening van je tent, moet naar voren gericht zijn. Ik weet door mijn weinige ervaring van kamperen natuurlijk niet of dat normaal is, maar volgens hem is het in het buitenland veel minder strak georganiseerd. Daar schijnt het veel meer een zie-maar-wat-je-doet-gehalte te hebben. Het is een interessant stelletje, reizen de hele wereld af met hun tent en als ik naar ze kijk krijg ik het idee dat ze vele mooie verhalen te vertellen hebben. Misschien moet ik ze vanavond een biertje aanbieden, ben benieuwd naar hun verhalen.

Op ons veldje staan nog meer gezinnen, hun handelingen en gedragingen intrigeren mij. En zoals ik ben, verzin ik bij ieder gezin en bij iedere samenstelling mijn eigen verhaal. Ik vraag me af of zij ook zo naar het veldje kijken met al deze verschillende soorten mensen. Hoe zullen ze naar ons kijken? Het kleine caravannetje, met die twee dames, zonder man of kind aan de hand, van begin dertig. Die de hele dag onder hun luifel zitten te kijken naar de rest van het veld. En af en toe helemaal krom liggen van het lachen, terwijl ze hun eigenaardige irritaties over de andere veldbewoners bespreken met elkaar. Maar hoe dan ook, ik geniet, met volle teugen! Joie de vivre!

Reacties

Commentaar
Jouw naam/bijnaam
Website url
E-mail
Hou mij op de hoogte
Ik wil op de hoogte gehouden worden
Vul deze captcha in
Dit is een verplicht veld
Abonneren

Abonneer je nu voor nieuwe blogs en de mogelijkheid tot reageren op deze website!

Twitter
.

Voordeel (234x60)
Columns
.

Blogs